AWP wil deltabeslissing over Plan Sluizen in 2020

30 april 2016 – De AWP roept alle partijen op om op basis van het plan Sluizen te komen tot een gezamenlijke toekomstvisie voor de waterstaatkundige inrichting van onze delta.

Het Plan Sluizen biedt enorme kansen om de gevolgen van klimaatverandering te beperken, met name voor de beschikbaarheid van zoetwater voor de landbouw en ontwikkeling van waternatuur in de delta. Twee waterschappen, Hollandse Delta en Delfland, hebben hun bestuur al bij motie opgeroepen om bij de Vaste Kamercommissie I & M in juni 2016 aan te dringen op nadere studie naar het Plan Sluizen.

Veerman vroeg al aandacht voor Zuidwestelijke delta

Het rapport Veerman (2008) concludeerde dat de waterveiligheid in Nederland dringend – maar niet urgent – aan revisie toe was. Tevens werd voor het eerst aandacht gevraagd voor de zoetwatervoorziening en meer structurele ruimtelijke oplossingen. De regering nam het plan over en benoemde de deltacommissaris om leiding te geven aan het hele proces dat volgde.

In het rapport Veerman is veel aandacht besteed aan de situatie in de Zuidwestelijke Delta. De aangedragen oplossingsrichtingen werden echter niet overgenomen, de conclusie was dat de al jaren eerder ingeslagen weg ook voor de nabije toekomst wel toereikend zou zijn.

Plan Sluizen doorkruist timing van deltacommissaris

In de zomer van 2014 presenteerde ir. Frank Spaargaren c.s. een alternatief plan voor het Deelplan Rijnmond-Drechtsteden van het Deltaprogramma. In het plan worden sluizen in de Nieuwe Waterweg voorgesteld teneinde de waterveiligheid in het achtergelegen land beter te waarborgen. De zeer kostbare dijkversterkingen in het achterland tot aan Tiel zouden daardoor aanzienlijk minder duur kunnen uitvallen. Terwijl indertijd de betrokken waterschappen hebben meebetaald aan de Maeslantkering juist in de verwachting dat zij daardoor minder zware dijkversterkingen hoefden te realiseren. Niet onbelangrijk daarbij is dat de faalkans van de Maeslantkering bij een stijgende zeespiegel veel groter is dan eerder gedacht.

De timing van het plan Sluizen, vlak voor Prinsjesdag 2014 en de daarop volgende behandeling van het Deltaprogramma in de Tweede kamer, viel echter niet in goede aarde bij veel bestuurders en ambtenaren die intensief bij het Deltaprogramma betrokken waren geweest. Na ruim vijf jaar studeren en discussiëren had het Deltaplan een hoog compromisniveau bereikt en daarmee een groot bestuurlijk draagvlak. De betrokken bestuurders vonden dat het nu tijd was om aan te pakken. Immers, ‘als je blijft studeren gebeurt er uiteindelijk niets’, zo was de opvatting. Het gebrek aan visie op de Zuidwestelijke delta werd als een positief punt gezien: voorlopig waren er geen extra uitgaven nodig, de ‘adaptieve deltaaanpak’ kwam neer op: ‘business as usual’.

Motie Geurts zet Plan Sluizen op politieke agenda

Dankzij de motie Geurts in 2015 kreeg het plan Sluizen toch de aandacht die het verdiende en minister Schultz gaf opdracht om het plan nader te onderzoeken. De opdracht werd echter gegeven aan dezelfde stuurgroep die verantwoordelijk was geweest voor de ontwikkeling van het deelprogramma Rijnmond-Drechtsteden. Deze stuurgroep had eerder geconcludeerd dat een adaptieve aanpak het beste zou zijn, en het resultaat was dan ook voorspelbaar: zodra de noodzaak zich voordoet bij de vervanging van de Maeslantkering rond ca. 2070, is het plan Sluizen een ‘serieuze mogelijkheid’. Daarmee leek het plan Sluizen effectief ‘geneutraliseerd’ en zo werd het plan Sluizen op de lange baan geschoven.

De reactie van Spaargaren c.s. was vernietigend, en terecht!  Een mogelijk op termijn noodzakelijke adaptieve ingreep in de infrastructuur met een impact en het belang als die van het plan Sluizen, vereist visie en enorm veel voorbereiding. Een adaptieve aanpak betekende volgens Spaargaren c.s. dat er voor drie miljard euro aan overbodige kosten moeten worden gemaakt, die voor niks zijn geweest als de sluizen er eenmaal liggen.

Er gaan nog maar weinig zeeschepen naar centrum Rotterdam (foto: Pixabay)

‘Rotterdamse havens moeten vrij bereikbaar blijven’

Het Havenbedrijf van Rotterdam ziet het plan Sluizen als een grote bedreiging. Een begrijpelijke maar ongewone reactie voor een bedrijf waar innovatie, vernieuwing en lange termijn planning in de genen zit. Volgens het Havenbedrijf zijn open achterlandverbindingen cruciaal voor de concurrentiepositie van de Rotterdamse haven. Sluizen ter hoogte van Vlaardingen maken de Stadshavens van Rotterdam moeilijker bereikbaar en er  ligt geen visie van het Havenbedrijf hoe hiermee om te gaan. Met het nadenken over de gevolgen en de mogelijke oplossingen kun je in een haven met het belang van die van Rotterdam, waarvoor zeer grote investeringen zijn/worden gedaan, niet vroeg genoeg beginnen. Daar past de adaptieve delta-aanpak niet bij, dat vereist een visie voor de lange termijn. Denk bijvoorbeeld aan een andere haveninrichting en andere overslagconcepten.

Dat inmiddels de meeste schepen niet verder komen dan de Maasvlaktes 1 en 2 geeft wel aan dat sluizen in de Nieuwe Waterweg slechts een beperkt effect zullen heben op de havenbewegingen. Wel heeft het Havenbedrijf inmiddels een procedure in gang gezet om de Nieuwe Waterweg opnieuw met 2 meter te verdiepen om het Botlekgebied bereikbaar te maken voor nóg rotere schepen. Recent kwam onder grote belangstelling het grootste cruiseschip ter wereld aan in Rotterdam. Maar wil Rotterdam zich in de toekomst nog wel afficheren met dit meest vervuilende schip ter wereld?

Landbouw maakt zich zorgen over verzilting

Er zijn ook nog andere belangrijke voordelen dan alleen een hogere waterveiligheid voor Dordrecht en omgeving en grote  kostenvoordelen omdat er minder dijkversterkingen nodig zijn langs de Grote Rivieren. Door de Nieuwe Waterweg stroomt zo’n 60% van het zoetwater dat ons land binnenkomt ongebruikt weer naar buiten en door klimaatveranderingen dienen de omstandigheden zich aan in de komende jaren waarin we dat zoete water goed kunnen gebruiken! Door dit zoete water slim in te zetten kan niet alleen het steeds nijper wordende zoetwatertekort en verzilting als gevolg van klimaatveranderingen in West-Nederland voor een belangrijk deel worden opgevangen, maar ook ontstaan er kansen om de (water)natuur in Zeeland en rond de Zuidhollndse eilanden sterk te verbeteren.

Opnieuw gaat het om visie. De agrarische sector is voor een aanzienlijk deel afhankelijk van zoetwater. Met een omvang van zo’n 85 miljard is het onze grootste exportsector en wereldwijd is Nederland de op-één-na grootste exporteur van agrarische producten. De werkgelegenheid en de bijdrage aan ons nationaal inkomen zijn relatief zeer groot. De deltacommissaris lijkt het economisch belang voor Nederland onvoldoende in te zien, zeker waar het de beschikbaar-heid van zoetwater betreft. Zo kennen we in Nederland met afstand de grootste opbrengst per hectare ter wereld. De LTO heeft al meerdere keren aandacht gevraagd voor de risico’s van verzilting op de Zuidhollndse eilanden en in West-Brabant langs het Volkerak-Zoommeer.

Zoetwater nodig tegen klimaatverandering

Ook de natuur in de Zuidwestelijke delta vraagt om visie. De kwaliteit van het stagnante water in het Volkerak-Zoommeer (VZM) en in de Grevelingen is, zoals was te verwachten, door de afsluitingen van de zeegaten enorm achteruit gegaan. Al jaren wordt gesproken over het verzilten van het VZM. De impact hiervan is niet alleen in Zeeland en West-Brabant substantieel maar heeft ook aanzienlijk effecten op de zoetwatervoorziening van de industrie in Europoort via het Brielsemeer.  Ook wordt het zuidelijk deel van Zuid-Holland voorzien van zoetwater uit het Brielsemeer. Niet voor niets luidde de beslissing van staatssecretaris Huizinga: ja het VZM mag worden verzilt, mits! de zoetwatervoorziening in Zuid-Holland-Zuid is zeker gesteld.

Het rapport ‘doorspoelen of opzouten’ uit 2005 van de UVA, NEI en RIZA gaf toen al aan dat doorstroming de waterkwaliteit sterk zou verbeteren voor deze gebieden. Meer zoetwater biedt ook kansen voor estuarine dynamiek en zal het probleem van ‘zandhonger’ ook aanzienlijk verminderen. Zandhonger is het proces van afkalven van platen en zandbanken bij gebrek aan getijdestroming, waarbij het afgekalfde zand voor veel geld weer terug moeten worden gebaggerd. Ook biedt stroming kansen voor dynamische zoet-zout overgangen verderop in het systeem, die de natuur in dit waterrijke deel van Nederland een enorme impuls zullen geven. Zo is de Oosterschelde nu vrijwel volledig zeewater in plaats van brakwater vóór de afsluiting en daarmee verwijnt de onderwaternatuur die met de doorlaatbare Oosterscheldedam juist in stand moest worden gehouden.

Impact van Plan Sluizen vergelijkbaar met Plan Lely

Omdat de belangen van alle betrokken partijen groot zijn, lijkt ‘uitstel en niets doen’ de meest veilige optie. Maar de gevolgen voor de agrarische sector zijn op termijn aanzienlijk. Ook deze sector wordt geconfronteerd met steeds groter wordende investeringen en dan is de onzekerheid over de beschikbaarheid van zoetwater fnuikend. Ook de natuur in het Deltaplan gebied is dringend aan revitalisatie toe. Bovendien is het deltagebied een groot recreatiegebied, waarvan het economisch belang niet mag worden onderschat. Het is medebepalend voor het vestigingsklimaat en werkgelegenheid in dit gebied.

Dat alles vraagt om een andere waardering van het plan Sluizen dan nu wordt geconcludeerd door de deltacommissaris. De vergelijking met het beroemde plan Lely dringt zich op. Immers, ook de visionaire ir. Lely kwam lange tijd niet verder met zijn plan voor de Afsluitdijk. Pas na de Watersnood van 1916 en de voedseltekorten als gevolg van de grensblokkades in de Eerste Wereldoorlog sloeg de publieke opinie om. De Nederlandse Bank berekende vervolgens ook grote economische voordelen en gaf zo de doorslag voor de realisatie van de plannen van Lely.

Het plan Sluizen verdient een zorgvuldig en ruim opgezet onderzoek, waarbij alle belangen zo goed mogelijk in beeld worden gebracht en meegewogen: de haven van Rotterdam, de agrarische sector in West-Brabant en Zeeland, de natuurorganisaties, de waterschappen en Rijkswaterstaat. Daarbij dient de scope zich niet te beperken tot het plan Sluizen en dient de het team van onderzoekers te worden gedomineerd door onafhankelijke top-ingenieurs en economen met verbeeldingskracht en visie.

AWP wil integrale visie Zuidwestelijke delta

De Algemene Waterschapspartij roept alle partijen op om op basis van het plan Sluizen te komen tot een gedragen, integrale toekomstvisie voor de waterstaatkundige inrichting van de Zuidwestelijke delta tussen Rotterdam en Terneuzen.

Wat nú nodig is, is een gedegen vervolgonderzoek naar de economische- en maatschappelijke kosten en baten van het Plan Sluizen, zodat in 2020 een gefundeerde deltabeslissing kan worden genomen over de aanleg van sluizen in de Nieuwe Waterweg. Moties met dergelijke strekking op initiatief van de AWP zijn in de Algemene Besturen van het waterschap Hollandse Delta en het hoogheemraadschap van Delfland zijn met zeer ruime meerderheid aangenomen.

Steeds meer belanghebbenden beginnen dit in te zien en roeren zich ook. De LTO heeft zich in het najaar van 2015 al tot de minister gericht en gevraagd om extra aandacht en onderzoek. De Adviesgroep Borm & Huijgens vraagt alle geruime tijd aandacht voor een visie op het hoofdwatersysteem in de delta. Zelfs voor de Westerschelde wordt al bijna 10 jaar nagedacht hoe daar alle belangen het beste kunnen worden gediend, zowel van waterveiligheid, landbouwm natuur als ook de haven van Antwerpen, en wordt nagedacht over ingrijpende oplossingen.

Het plan Sluizen verdient het om uiterst serieus te worden genomen. Systeemingrepen hebben een enorme impact. Dat vereist grote zorgvuldigheid, maar biedt ook enorme kansen. Dat heeft Lely wel bewezen.

Ger de Jonge

Voorzitter AWP

 

AWP voor water, klimaat en natuur


Word lid!

Stikstof en fosfaat: zonde om weg te spoelen

Opinie   20 februari 2024 - Er zit een enorm lek in de #landbouwkringloop: fosfaat uit menselijke ontlasting verdwijnt op de stort of in de wegenaa...

KNMI-klimaatscenario's tonen weersveranderingen in Nederland in 2050 en 2100

Nieuws Klimaatverandering: wat gaan we doen? Voor de AWP voor water, klimaat en natuur is het een retorische vraag. De weersveranderingen als gevolg van ...

Neerslagtekort loopt alweer dramatisch op in alle waterschappen

Nieuws Delfland, 15 juni 2023 - De droogte heeft deze zomer al een officieus record bereikt aan 'dagen-zonder-regen': 36 droge dagen op 15 juni. Strikt g...