Op 27 juni 2018 heeft de Algemene Waterschapspartij (AWP) in het bestuur van het waterschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) een motie ingediend over de waterschapsbelasting die moet worden betaald door eigenaren van een woning of bedrijfspand. In waterschapstermen gaat het hier om de categorie “gebouwd”.
Tijdens die vergadering brachten wij naar voren dat er 10 jaar lang meer geld bij “gebouwd” werd opgehaald en in de reserves gestort dan begroot. In de AWP-motie is bepaald dat deze extra belastinginkomsten in de komende periode weer moeten worden teruggegeven aan de belastingbetalers. HDSR moet voor de belastingcategorie gebouwd hiertoe in de komende jaren een lager belastingtarief vaststellen. Het toenmalige Dagelijkse Bestuur heeft deze motie overgenomen.
We hebben er regelmatig op moeten aandringen, maar het Dagelijks Bestuur van HDSR heeft bij het vaststellen van de tarieven voor 2020 eindelijk invulling gegeven aan deze AWP-motie. De extra belastinginkomsten uit 2017 (1,5 miljoen Euro ) worden nu in mindering gebracht op de feitelijke kosten voor de categorie gebouwd. De tarieven voor “gebouwd” dalen ten opzichte van 2019 met 2,3%, terwijl die voor de categorieën “ingezetenen”, “ongebouwd” en “natuur” stijgen met respectievelijk 9,9 / 9,5 en 5,6 %.
Veel huishoudens en bedrijven betalen waterschapsbelasting voor een combinatie van belastingcategorieën. Naast de heffing voor het watersysteem is er ook nog een heffing voor de zuivering van het afvalwater. Door de verlaging van het tarief voor “gebouwd” valt de totale stijging van de belastingaanslag voor veel huishoudens in 2020 nu lager uit. De totale HDSR waterschapsbelasting voor een gemiddeld huishouden neemt in 2020 met 1,5% à 4,5% toe.
De Algemene Waterschapspartij blijft zich ook inzetten voor een eerlijkere lastenverdeling. Een eerste stap om een deel van teveel opgehaalde belastinggelden terug te geven, is nu gezet.