21 nov. 2019 – De tarieven van de waterschapsbelasting van het hoogheemraadschap Delfland blijven komend jaar gelijk. Maar wat niet zichtbaar is, is dat de belastingdruk tussen burgers en bedrijven steeds verder uit elkaar groeit. “Dat is de belastingkloof”, zegt Antoinette Jans van de Algemene Waterschapspartij (AWP) Delfland. “De burger betaalt nu al bijna 90% van de watersysteemheffing”.
Inwoners van Delfland betalen twee keer belasting voor het beheer en onderhoud van het watersysteem (‘droge voeten en waternatuur’). Eerst een vast bedrag per huishouden plus daarna nog een bedrag als eigenaar of huurder op basis van de OZB.
De afgelopen jaren kwam er telkens méér waterschapsbelasting binnen van de inwoners dan begroot. De AWP Delfland diende een amendement in om wat er teveel “binnen komt” aan het einde van het jaar apart te zetten. Zover wilde het College niet gaan, maar de AWP kreeg wel de toezegging dat er voor de begroting van 2021 gekeken zal worden naar een eerlijker verdeling van de waterschapslasten tussen burgers en bedrijven.
Verdeling van de waterschapslasten in 2020 (Watersysteemheffing)
Terwijl de de watersysteemheffing in 2020 voor inwoners gelijk blijft, krijgen bedrijven een korting. Dat komt omdat de prijzen van huizen de laatste jaren veel meer gestegen zijn dan van bedrijven! En wanneer het totale belastingbedrag gelijk blijft, betaal je als bewoner sluipenderwijs een steeds groter aandeel.
In het huidige belastingsysteem geldt nog hetzelfde tarief op woningen en bedrijven. “Wij willen daar twee aparte tarieven van maken, zodat je de waterschapsbelasting op woningen en bedrijven gelijk kunt laten stijgen”, zegt Hans Middendorp, fractievoorzitter van de Waterschapspartij. Met een mooi woord: tariefdifferentiatie. “Dat wordt het sleutelwoord voor de toekomst”.
De Waterschapspartij heeft samen met 5 andere fracties daarom de motie Tariefdifferentiatie Onroerend Goed ingebracht. Die motie is aangehouden onder toezegging van de dijkgraaf dat hij ‘in de geest van de motie’ de tariefdifferentiatie aan de orde zal stellen in het landelijk overleg van dijkgraven. “Dit kan niet een-twee-drie opgelost worden, maar wordt onderdeel van de belastingherziening in de komende jaren”, besluit Middendorp.
Antoinette Jans
Hans Middendorp