Tiel 19/6/2025 – De AWP heeft landelijk, net als de Vereniging Eigen Huis, in het verleden meermalen gepleit voor een nieuw, eerlijker belastingstelsel voor de waterschappen. Nu is deze langverwachte aanpassing van het belastingstelsel van de waterschappen er eindelijk. Hiermee krijgt het algemeen bestuur van het waterschap meer mogelijkheden om differentiatie aan te brengen tussen de heffing aan verschillende categorieën. Van deze mogelijkheid wordt helaas bij waterschap Rivierenland onvoldoende gebruik gemaakt. Dat blijkt uit de eerste presentatie van de plannen van het college voor komend jaar in de voorjaarsnota en voor het nieuwe belastingstelsel op 1 mei.
Belasting:
Door een verschil in ontwikkeling van de WOZ-waarde tussen woningen en bedrijven, hebben huurders afgelopen 10 jaar een procentueel veel grotere stijging van de waterschapsbelasting gehad dan woningeigenaren, boeren en bedrijven. Dit werd nog verergerd doordat ingezetenen ook nog extra zijn gaan betalen om een weeffout in de categorie ongebouwd te corrigeren. Daardoor is het ingezetenenaandeel van de waterschapsbelasting gestegen van 35% in de periode 2009-2018, naar 38,5% van 2019-2023, 39,25% in 2024 en betalen de inwoners in 2025 maar liefst 39,5% van de belasting voor het waterschap, terwijl dit op basis van de berekende inwonerdichtheid slechts 32,1% zou moeten zijn.
Tot vorig jaar was geen correctie mogelijk. Met het nieuwe belastingstelsel is die mogelijkheid er wel. De AWP vindt dat deze historische scheefgroei moet worden gecorrigeerd door het ingezetenenaandeel flink te verlagen, naar 34%. Weliswaar hoger dan de 32,1%, maar dit is gerechtvaardigd omdat in het aandeel ongebouwd niet alleen de gronden van boeren zitten, maar ook de wegen, en wij van mening zijn dat de inwoners, die deze wegen ook gebruiken, hieraan ook mee moeten betalen.
Het voorstel van het college is echter om het ingezetenenaandeel slechts te verlagen tot 38%. Een grotere verlaging zou volgens het college leiden tot een te grote stijging bij bedrijven, wat niet de bedoeling van de wetgever zou zijn. Een stijging die de AWP rechtvaardig zou vinden als correctie van het feit dat huurders sinds 2015 57% meer zijn betalen en bedrijfseigenaren 46%. Die schreefgroei was immers een van de aanleidingen voor de aanpassing van het belastingstelsel en zou hiermee gecorrigeerd worden. Helaas steunen vrijwel alle partijen het voorstel van het college en wordt deze fout uit het verleden niet gecorrigeerd.
Verdeling en voorbeeldaanslagen conform plan college:
Verdeling en voorbeeldaanslagen conform wens AWP:
De verlaging van het tarief voor natuur steunen wij uiteraard wel, want ook de natuurterreinbeheerders zijn afgelopen periode relatief veel meer gaan betalen (68% vanaf 2025). Daarnaast kan dit dienen als stimulans om terreinen als natuur te gaan beheren.
Schuld:
Hiernaast laat het college getuige de plannen de schuld met deze voorjaarsnota nog weer verder oplopen. De schuld stijgt naar 1 miljard in 2030 aan het einde van de volgende bestuursperiode, zie grafiek hieronder.
De AWP ziet met lede ogen aan dat na een stabiele periode de schuld deze bestuursperiode hard oploopt en dat gepland wordt de schuld komende periode nog verder te laten oplopen. De AWP is geen voorstander van het in deze mate doorschuiven van lasten naar volgende generaties, zonder dat het profijt ook volledig bij die generatie ligt. Wij zien liever dat er nu meer belasting geheven wordt om de kosten die wij nu maken te dekken.
De AWP zal deze voorjaarsnota om bovengenoemde redenen dan ook niet steunen.