Voor inwoners steeg de watersysteemheffing met 4,6% in 2019
De opbrengst van de watersysteemheffing steeg in 2019 met 52 miljoen euro (3,5%) naar 1.519 miljoen euro voor alle 21 waterschappen samen. De bijdrage van de inwoners steeg met 53 miljoen (4,6%) naar 1.199 miljoen euro in 2019. Daarmee komt de stijging van de watersysteemheffing volledig op het bordje van de inwoners terecht. De totale bijdrage van de inwoners aan de watersysteemheffing steeg van 78,1% in 2018 naar 78,9% in 2019.
De Algemene Waterschapspartij pleit al lange tijd voor een eerlijker verdeling van de waterschapslasten. De gevestigde belangen binnen de waterschapspolitiek, met name de landbouw en het bedrijfsleven, verzetten zich daar tegen.
Zelfs landbouw betaalt meer dan bedrijfsleven
De bijdrage van Ongebouwd steeg met vier miljoen naar 181 miljoen euro in 2019, waarvan 145 miljoen euro door landbouwpercelen (9,5%) en 36 miljoen euro door wegen (2,4%). Tegelijkertijd daalde de bijdrage van het bedrijfsleven ook met vier miljoen: van 140 miljoen euro (9,5%) in 2018 naar 136 miljoen euro (8,9%) in 2019.
De Watersysteemheffing voor inwoners blijft elk jaar stijgen (foto: Pixabay)
Inwoners betalen twee keer
Inwoners heten ‘Ingezetenen’ van het waterschap. De Ingezetenen betalen waterschapsbelasting per huishouden. Maar let op! Huishoudens betalen twee keer watersysteemheffing: 1. de solidariteitsheffing voor veilige dijken en droge voeten voor alle inwoners van het waterschap, en 2. de profijtheffing op woonruimte: eigen huis of huurhuis. Huurders betalen via de huur mee aan de profijtheffing die wordt opgelegd aan de verhuurder. Uit onderstaand schema blijkt duidelijk dat het voor huishoudens om substantiële bedragen gaat! (blokje 1 en 2 onderaan links in het schema).
Schematisch overzicht van de kostentoedeling in de watersysteemheffing. Dit schema is op basis van de landelijke bedragen. Voor ieder waterschaps afzonderlijk kan een vergelijkbaar schema worden opgesteld.
Watersysteemheffing per waterschap
In onderstaande tabellen is de watersysteemheffing uitgesplitst per waterschap. De variatie per waterschap is groot. De belangrijkste factoren zijn de kosten van het waterbeheer (hoger in het westen en het noorden) en het aantal inwoners (hoger in het westen).
Gerealiseerde opbrengsten watersysteemheffing in 2019 (boven) en in 2018 (onder). Voor 2018 is de uitsplitsing binnen de categorie Ongebouwd niet uitgewerkt. NB: Inwoners = solidariteitsheffing + profijtheffing woningen
voor de liefhebber!
Berekening Watersysteemheffing in detail
De berekening van de watersysteemheffing is complex. De totale opbrengst van de watersysteemheffing moet overeenkomen met de begroting voor beheer en onderhoud van het watersysteem (dijken, gemalen, peilbeheer, baggeren, waterkwaliteit en waternatuur). Eventueel teveel ontvangen belasting moet op een later tijdstip worden verrekend.
Hieronder wordt in zes stappen uitgelegd hoe de kostentoedeling over de vier belastingcategorieën resp. zes sub-categorieën in elkaar zit:
- De solidariteitsheffing voor de categorie Ingezetenen is een bedrag per huishouden. Om de solidariteitsheffing te bepalen, wordt eerst gekeken naar het aantal inwoners, daaruit volgt de ‘bandbreedte’ van de solidariteitsheffing. Eenvoudig gezegd is de bandbreedte voor dunbevolkte waterschappen lager dan voor dichtbevolkte waterschappen. De laagste bandbreedte is 20-30% en de hoogste bandbreedte is 50-60%. Binnen de bandbreedte bepaalt het waterschapsbestuur het precieze percentage van de opbrengst van de watersysteemheffing die vanuit de inwoners bij elkaar moet worden gebracht.
- In de volgende stap wordt bepaald hoeveel de profijtheffing moet opleveren: dit is simpelweg de totale begroting voor het watersysteem minus de solidariteitsheffing. De profijtheffing wordt verdeeld over drie belastingcategorieën: 1. Gebouwd, 2. Ongebouwd en 3. Natuur. Deze drie categorieën zijn vertegenwoordigd met de zogenoemde ‘geborgde zetels’: 7 of 9 zetels in het in het waterschapsbestuur die niet worden verkozen bij de waterschapsverkiezingen.
- Om het nog ingewikkelder te maken: de categorie Gebouwd is onderverdeeld in 2 subcategorieën: a. Woningen (eigenaren incl. woningbouwverenigingen etc.) en b. Niet-woningen (bedrijven, kantoren etc.). Ook de categorie Ongebouwd is onderverdeeld in 2 subcategorieën: a. Wegen en b. Niet-Wegen (landbouw-percelen).
- De profijtheffing op woningen en niet-woningen wordt vastgesteld op basis van de WOZ-waarde (heffing = tarief x WOZ). Het waterschap kan binnen een zekere marge zelf kiezen welk tarief wordt gehanteerd, maar kan wettelijk geen onderscheid maken tussen woningen en bedrijven. Dat is de reden waarom woningen ca. 80% van de belastingopbrengst van de categorie Gebouwd opbrengen. Gemeenten maken wel onderscheid in WOZ-tarieven.
- De profijtheffing op landbouwpercelen bedraagt een vast tarief per hectare, dat per waterschap verschillend is. In 2019 oordeelde de Hoge Raad dat wegbermen ook onder de subcategorie niet-wegen vallen, wat indirect leidde tot een tariefsprong bij agrariërs.
- De profijtheffing op natuurterreinen is verwaarloosbaar als bijdrage in de opbrengst van de watersysteemheffing voor de kosten van het beheer en onderhoud van het watersysteem (slechts 0,25% in 2019). Natuur is een publiek goed en geen verdienmodel, zoals een landbouwbedrijf. De natuurheffing is een vast bedrag per hectare.