Bodem daalt sneller dan zeespiegel stijgt – tijd voor integrale aanpak

Zes waterschappen doen mee in Platform Slappe Bodem

23 nov. 2016 – In delen van de Nederlandse Delta daalt de bodem voortdurend. De impact voor bewoners, agrariërs en ondernemers is groot, maar zet ook ambities, bestaande én toekomstige beleidsplannen onder druk. Een integrale aanpak, gericht op het (verder) ontwikkelen, beschikbaar maken en dus ontsluiten van kennis, is daarom nu noodzakelijk. Een aanpak waarin nationale, lokale en provinciale overheden, waterschappen, kennisinstellingen en bedrijfsleven gezamenlijk verantwoordelijkheid nemen en dragen. Gezien de grootschaligheid van het probleem pleit het Platform Slappe Bodem (PSB) voor een effectieve integrale aanpak bodemdaling.

Investeringen in groeidelta Nederland ook borgen op lange termijn

In de Nederlandse Delta wonen negen miljoen mensen. Hier wordt zeventig procent van ons inkomen verdiend. De Randstad, onderdeel van de Nederlandse Delta, is met een bruto regionaal product (brp) van 273,8 miljard euro in 2012 de vijfde grootstedelijke regio in Europa. Met deze bundeling van economische activiteiten en voortdurende groei willen steeds meer mensen in deze delta wonen en werken. In de metropoolregio Amsterdam wordt bijvoorbeeld verwacht dat tot 2040 het aantal inwoners met een half miljoen zal toenemen, hetgeen betekent dat 300.000 nieuwe woningen gebouwd moeten worden.

Investeren in bereikbaarheid, kennisinfrastructuur en duurzame economie moet leiden tot het behoud van een goed vestigingsklimaat. Daarnaast is ook het landelijk gebied in de Nederlandse Delta van groot belang voor bewoners en gebruikers. Voor mensen uit de stad is het bovendien een plek om te genieten van de natuur en daarnaast vinden innovatief bedrijfsleven en land- en akkerbouw daar een plek. Deze investeringen worden echter bedreigd door een structureel probleem: bodemdaling.

Er is veel aandacht voor de gevolgen van zeespiegelstijging, maar het is weinig bekend dat de bodem 5-10x sneller daalt dan de zeespiegel stijgt. Aanzienlijke investeringen zijn noodzakelijk om de kosten van bodemdaling op lange termijn beheersbaar te houden.

Motie-Smaling c.s.

In 2014 heeft de Tweede Kamer met een ruimte meerderheid de motie-Smaling c.s. aangenomen, waarin de regering is verzocht een inventarisatie te doen met provincies, gemeenten, waterschappen, kennisinstellingen en het bedrijfsleven om te bezien welke oplossingen noodzakelijk zijn voor het probleem van de slappe bodems en bodemdaling. Daarin dienen kennisdeling, kennisontwikkeling en oplossingen voor de lange termijn centraal te staan. Op 7 juli 2016 heeft de minister van Infrastructuur en Milieu gezegd dat ze bij de uitvoering van de motie het initiatief heeft genomen om decentrale overheden onderling tot kennisuitwisseling te kunnen laten komen. Echter, de verantwoordelijkheid moet volgens de minister bij de decentrale partijen blijven liggen.

Het zijn vooral decentrale overheden, bedrijven en particulieren die direct met de gevolgen van bodemdaling te maken krijgen en hebben. Deze partijen nemen op dit moment al hun verantwoordelijkheid, maar de rijkoverheid heeft een systeemverantwoordelijkheid en moet zorgen dat kennis ontwikkeld wordt, gedeeld en beschikbaar is. Ook kan de rijksoverheid partijen aanspreken op hun verantwoordelijkheid. Kortom, de rijksoverheid moet ‘meedoen’, naast de decentrale overheden gaan staan en wanneer nodig de eigen instrumenten (die de decentrale overheden niet hebben) inzetten.

Kennis ontsluiten

De minister van Infrastructuur en Milieu is gestart met de uitvoering van de motie-Smaling. Het is nu van belang om de volgende stap te zetten. Op verschillende plekken in Nederland zijn overheden bezig met het onderzoeken en waar nodig aanpakken van bodemdaling en de effecten daarvan. Het PSB, een samenwerkingsverband van 17 gemeenten en 6 waterschappen die met bodemdaling te kampen hebben, werkt al vijftien jaar met kennisprogramma’s, wisselt kennis uit en vraagt aandacht voor de slappe bodem. Gemeenten en waterschappen zelf nemen ook veel initiatieven op deze terreinen. Maar de mogelijkheden van decentrale overheden zijn beperkt, en een nationale aanpak ontbreekt.

Het PSB pleit daarom nu voor een ‘nationaal kennisprogramma Bodemdaling‘. ‘Nationaal’ in de betekenis van ‘we doen het met z’n allen’. In dit kennisprogramma werken rijksoverheid, provincies, gemeenten en waterschappen, kennisinstellingen en het bedrijfsleven samen aan een integraal actieplan waarin kennisdeling en kennisontwikkeling als gezamenlijk opdracht worden omschreven en ingevuld. Alleen vanuit de gezamenlijke benadering is een innovatief antwoord te vinden op (de gevolgen van) bodemdaling en wordt de groei van de Randstad geborgd.

Eerste stap: Kennisprogramma Veenbodemdaling

Als eerste stap stelt het PSB voor om een Kennisprogramma Veenbodemdaling te ontwikkelen onder lokale regie van gemeenten, waterschappen en provincies. Een plan van aanpak om tot dit nationale kennisprogramma te komen heeft het PSB al in een brede coalitie opgesteld. Hierin willen we, samen met maatschappelijke partners en de rijksoverheid, een innovatienetwerk en leeromgeving vormen. Betrokkenheid van het rijk is nodig om bijvoorbeeld onderzoek uit te zetten bij kennisinstellingen/universiteiten, en de opgedane kennis nationaal te maken.

Tot slot / samenvattend

Wij doen de oproep dat de minister een vervolg geeft aan de aanpak van bodemdaling en de effecten daarvan, door hier gezamenlijk te investeren in nationaal onderzoek en hiervoor ook de financiële middelen beschikbaar te stellen. Een eerste stap die meer kennis, meer innovatie oplevert en slimme keuzes mogelijk maakt. Wij schatten in dat voor het zetten van de eerste stap een investering van het ministerie van I&M nodig is van drie miljoen euro. De samenwerkende overheden in het PSB nemen hierin al hun verantwoordelijkheid en ook recent het ministerie van BZK/Wonen met het Fonds Duurzaam Funderingsherstel.

Het is belangrijk om deze stap nu te zetten, omdat de meerkosten over enkele jaren – als het probleem alleen maar groter is geworden – voor alle partijen enorm zullen zijn gestegen. Door nu te investeren in meer kennis, kunnen we oplossingen vinden om bestaande problemen duurzamer aan te pakken, kunnen we beter anticiperen op nieuwe ontwikkelingen en is het mogelijk om veel schade, misinvesteringen en daarmee ook kosten te vermijden.

Position Paper opgesteld door het Platform Slappe Bodem (oktober 2016)

 

AWP voor water, klimaat en natuur


Word lid!

Stikstof en fosfaat: zonde om weg te spoelen

Opinie   20 februari 2024 - Er zit een enorm lek in de #landbouwkringloop: fosfaat uit menselijke ontlasting verdwijnt op de stort of in de wegenaa...

KNMI-klimaatscenario's tonen weersveranderingen in Nederland in 2050 en 2100

Nieuws Klimaatverandering: wat gaan we doen? Voor de AWP voor water, klimaat en natuur is het een retorische vraag. De weersveranderingen als gevolg van ...

Neerslagtekort loopt alweer dramatisch op in alle waterschappen

Nieuws Delfland, 15 juni 2023 - De droogte heeft deze zomer al een officieus record bereikt aan 'dagen-zonder-regen': 36 droge dagen op 15 juni. Strikt g...