24 jan 2021 – De waterkwaliteit in het gebied van Delfland, vanaf Den Haag tot aan Delfshaven en Spangen in Rotterdam, verbetert niet als de handhaving niet verbetert. Dat zegt Anne van Hagen van AWP Delfland. “Wat wij echt onacceptabel vinden, is dat er 18 bestrijdingsmiddelen boven de veiligheidsnorm uitkomen. En dat is op jaarbasis, dit zijn geen incidentele uitschieters. Dat zijn gewoon 18 middelen teveel.”
Maar de continue aandacht van AWP Delfland voor bestrijdingsmiddelen in het oppervlaktewater werkt wel! Het hoogheemraadschap van Delfland gaat inzetten op nieuwe technieken. Delfland gaat ook de giftigheid bepalen van de hele cocktail van bestrijdingsmiddelen in plaats van de giftigheid van ieder middel apart. En Delfland wil landelijk aansturen op aanscherping van de VTH-strategie* en minder coulant omgaan met overtredingen. De AWP steunt deze ontwikkelingen, maar er moeten nog wel een paar tandjes bij.
*Â VTH = vergunningen, toezicht en handhaving
Glastuinbouwbedrijven worden nu maar één keer in de 4 jaar bezocht. En als er ergens in een sloot tussen de kassen een bestrijdingsmiddel in te hoge concentratie wordt gemeten, lukt het vaak niet om met zekerheid de bron aan te wijzen. En dan gaan de handhavers onverrichterzake verder naar de volgende melding.
De AWP wil dat Delfland veel meer toezichthouders inzet. De glastuinbouwsector, bij monde van LTO Glastuinbouw, stelt dat het ‘slechts een paar kwekers’ zijn, die het verzieken voor de rest. “Ik heb foto’s gezien van lekkages van leidingen en vloeren in een dermate slechte staat van onderhoud, dat de pakkans blijkbaar te klein is. De controleurs van Delfland moeten gewoon veel vaker langskomen”, zegt Van Hagen.
Ook de tuinders willen strengere controle op hun eigen zwakkere broeders. “De situatie is nu zo dat een of twee tuinders in een polder het voor de rest kunnen verpesten. Tuinders die het goed doen, vragen om een handhaving die de minder presterende bedrijven eruit kan pikken”, aldus LTO Glastuinbouw.
Voor veel zaken rond bestrijdingsmiddelen die steeds misgaan in de glastuinbouwsector, zijn in andere sectoren allang gewoon voorschriften opgenomen in de vergunningen. “Gelijke monniken, gelijke kappen”, vindt Van Hagen. “Verplicht tuinders om een Inspectie- en Onderhoudsplan op te stellen met daarin alle installaties, vloeren, en gebouwen. Zo hebben bedrijf en handhaver zicht op het onderhoud. Laat bedrijven ook een boekhouding bijhouden van alle aanwezige en gebruikte bestrijdingsmiddelen, een zogenoemde stoffenbalans. En verplicht tuinders tot het vaker zelf doen van metingen en rapporteer die metingen ook aan Delfland. Digitaal is dat een fluitje van een cent”.
In de vergunningen staan de specifieke eisen waar de tuinder zich aan moet houden. Bij wijzigingen in de situatie moeten – uiteraard! – de bestaande vergunningen worden herzien. Bijvoorbeeld bij een nieuwe eigenaar, nieuwe teelt, nieuwe kas of nieuw bestrijdingsmiddel moet de bestaande vergunning worden gewijzigd of een nieuwe vergunning worden verleend.
Meer controles kosten natuurlijk wel extra geld. De AWP vindt dat de vervuiler moet betalen! Daarom stellen wij tijdelijk een extra heffing voor de glastuinbouwsector voor. De problemen met de waterkwaliteit spelen al zo lang, dat er gewoon iets moet gebeuren. Ja, dan moeten de goeden lijden onder de kwaden. “Maar het is misschien ook een aanleiding om er op een verjaardag iets over te zeggen richting een collega”.
Als andere politieke partijen niet een tijdelijke extra heffing voor de glastuinbouwsector willen, kom met ons praten over hoe we de extra controles dan dan wel gaan betalen? Uiteraard zonder dat de inwoners van Delfland voor de extra kosten opdraaien, want de inwoners van Delfland betalen al de hoogste waterheffingen van Nederland.