13 maart 2019 – Waterschappen, gemeenten en provincies moeten met bodemdaling aan de slag. Grondwater speelt daar een belangrijke rol in, zegt Antoinette Jans, hoogheemraad bij Delfland en nummer twee op de lijst van Algemene Waterschapspartij Delfland.
De publicatie van de Atlas voor de Leefomgeving door het Planbureau Leefomgeving laat zien dat het tijd wordt om te handelen. En dat gaat de nodige financiële middelen kosten. Overleg en ingrijpen is op korte termijn nodig.
Dit komt door de mens en ook doordat Nederland in een delta ligt en van nature beweegt. Zo daalt de bodem in grote delen van Nederland geleidelijk door geologische processen, zoals de daling van het Noordzeebekken.
Op andere plaatsen komt de bodem juist omhoog, zoals in Limburg. De scheidslijn tussen de dalende en stijgende gebieden ligt ruwweg langs de lijn Breda-Amersfoort-Emmen. In klei- en veengebieden spelen menselijke activiteiten, zoals ontwatering, grondwaterpeilverlagingen en delfstofwinning, een belangrijke rol bij de bodemdaling.
Veenbodemdaling is een natuurlijk proces. Dit proces is in Nederland al meer dan 1000 jaar gaande. Om gebieden geschikt te maken voor landbouw werd van oudsher het veen ontwaterd door vaarten en sloten te graven. De onttrekking van water zorgt ervoor dat de veengrond in contact komt met lucht (zuurstof) en gaat oxideren. Hier komen ook nog eens broeikasgassen vrij. Daardoor verliest het veen een deel van zijn volume en de klinkt bodem in.
Het natuurlijke proces van bodemdaling is de afgelopen eeuwen versneld door verdere ontwatering voor agrarisch landgebruik en de bouw van (nieuwe) woningen. Om bodemdaling te beperken, proberen waterbeheerders de waterstand in veel veengebieden zo hoog mogelijk te houden. Hierdoor zijn de gebieden niet meer geschikt voor akkerbouw (te nat), maar alleen als weidegebied voor koeien. Vandaar de naam veenweidegebied.
In veengebieden waar woonwijken worden gebouwd, wordt de waterspiegel vaak verlaagd in verband met woningbouw. Hierdoor is sprake van (directe) inklinking van de bodem en van veenoxidatie. En klei kan indrogen door lage grondwaterstanden. Daardoor kan de bodem kan in enkele decennia tot tientallen centimeters zakken. In oudere huizen met houten funderingen kunnen de houten palen door ontwatering boven water komen te liggen en gaan rotten. Met alle gevolgen van dien.
Het beeld dat het PBL van de maatschappelijke kosten en baten van veenbodemdaling schetst, is zorgelijk. Volgens onderzoekers kunnen de extra kosten van ‘slappe-bodem-gemeenten’ voor herstel van en onderhoud aan wegen, rioleringen, kabels en leidingen kunnen oplopen tot 5,2 miljard euro in 2050. Denk aan Gouda!
Daarnaast is volgens het PBL ten minste 16 miljard euro nodig voor het herstellen van funderingsschade aan circa driehonderdduizend woningen in stedelijk gebied en nog eens een miljard voor het landelijk gebied. Gericht beleid nu kan oplopende kosten voor overheden en particulieren in de toekomst voorkomen.
De bodem van Nederland zakt meer dan werd gedacht en dit is nu voor het eerst ook echt geodetisch gemeten. Het gebied rondom Groningen daalt fors, volgens het PBL. Hier wordt al jarenlang gas gewonnen uit de diepe ondergrond. En de winning van aardgas kan bodemdaling tot gevolg hebben. Aardgas zit namelijk in kleine holtes in poreuze gesteentelagen. Zodra het aardgas wordt weggepompt, zal de druk in de gesteentelaag dalen. Bovenliggende gesteentepakketten kunnen dan de poreuze gesteentelaag samendrukken. Hierdoor zakt de bodem.
In de mijnstreek rondom Limburg stijgt de bodem juist. Dit komt doordat het water dat voor de mijnbouw werd weggepompt, weer terugkeert in de bodem.
In het westen van Nederland en de Flevopolder zakt de bodem volgens de kaart van het PBL met meer dan vijf millimeter per jaar. Het westen van Nederland is voor een belangrijk deel laagveen. Dat de bodem zakt door ontginning, inklinking en inkrimping was al bekend. Maar de daling gaat hier harder dan verwacht door de klimaatverandering, waardoor de bodem uitdroogt. In de afgelopen zomer heeft dit al zichtbare schade opgeleverd in de vorm van tientallen huizen die scheuren en verzakkingen vertoonden door de droogte. Op de kleigronden in de Flevopolder komt de bodemdaling voornamelijk door menselijk handelen, zoals de inpoldering en het kunstmatig laag houden van het grondwaterniveau.
Antoinette Jans: “Gericht beleid nu kan oplopende kosten voor overheden en particulieren in de toekomst voorkomen. Er zijn gerichte acties nodig voor waterbeleid en waterveiligheid, delfstoffenwinning en bouwwerkzaamheden. Onderzocht moet worden welke maatregelen effectief zijn en we moeten op de voet volgen hoe hard klimaatverandering inwerkt op de bodem.”
Antoinette Jans
De Algemene Waterschapspartij doet op 20 maart 2019 onder de naam ‘AWP niet politiek wel deskundig’ mee aan de verkiezingen in de 21 Nederlandse waterschappen. Antoinette Jans is nummer twee op de lijst van de AWP in het Hoogheemraadschap Delfland