27 sept. 2019 – De meerderheid van het Algemeen Bestuur van Delfland koos voor een dure maar ‘bedrijfszekere’ mechanische vispassage. De AWP pleitte tevergeefs om te onderzoeken of een moderne, computergestuurde vispassage ook zou voldoen. Ook omdat die moderne vispassage wel eens enkele tonnen euro’s goedkoper zou kunnen uitvallen. “Want het blijft toch belastinggeld.”
De Aalkeetbinnenpolder en Aalkeetbuitenpolder zijn samen een belangrijk onderdeel van het ecologisch netwerk van waternatuur in Delfland. Een probleemloze vismigratie hoort daar natuurlijk bij. De beide Aalkeetpolders tussen Maassluis en Vlaardingen waren vroeger ook belangrijke opgroeigebieden voor paling.
Via gemaal Zaaijer aan de Nieuwe Waterweg, de Boonervliet en de Poeldijksche Wetering zwemmen trekvissen zoals glasaaltjes en stekelbaarsjes naar het gemaal Aalkeetbuitenpolder. Daarom is in 2011 een zogenoemde Meyberg vispassage aangelegd.
Helaas bleek al heel gauw dat de vispassage richting beide Aalkeetpolders niet werkt. En in de omgekeerde richting worden de vissen verhakseld door de pompen van het gemaal, tot groot plezier van de meeuwen en met overlast in de Zuidbuurt tot gevolg.
Het College van Delfland wil nu een nieuwe vispassage aanleggen naar een eigen Delflands ontwerp, zoals bijv. bij het gemaal Zouteveense- en Holierhoekse polder aan de Vlaardingervaart. Tevens worden de pompen uit 2009 vervangen door visvriendelijke pompen. Extra complicatie: er is een hoogteverschil van drie meter tussen de Poeldijksche Wetering en het polderwater.
De ontwikkelingen op het gebied van vispassages gaan hard. De eerste versies leken sterk op de klassieke vistrappen zoals die al sinds begin-1900 werden aangelegd voor forel en zalm. Dat zijn sterke zwemmers die door watervallen tegen de stroom in omhoog springen. Ook de huidige Meyberg vispassage bij gemaal Aalkeetbuitenpolder lijkt op een vistrap.
Voor kleine trekvissen zoals glasaaltjes en stekelbaarsjes zijn tegenwoordig betere oplossingen bedacht. Anno 2019 is er een nieuwe generatie vispassages op de markt, die gebruik maakt van digitale technieken om de waterstroom af te stellen op iedere vis afzonderlijk. Ook wordt van elke passerende vis automatisch soort en grootte geregistreerd, waardoor meteen ook onderzoeks-gegevens worden verzameld. Dat scheelt veel tijd en geld.
De AWP-fractie heeft er bij het College op aangedrongen om de aanleg van een beproefde Delflandse vislift te vergelijken met een moderne vispassage. “Want de Smart Vislift is waarschijnlijk ook enkele tonnen goedkoper”, stelde fractievoorzitter Hans Middendorp. “Daarom moet die optie nog worden meegenomen in de afweging”. De AWP wilde het besluit zolang aanhouden.
“Het probleem met deze vispassage is al bekend sinds 2011. Een paar maanden wachten om een innovatieve oplossing te onderzoeken, kan dan ook nog wel”
“Bovendien heeft zo’n moderne digitale vislift alleen maar voordelen voor de vis en voor de monitoring”, zegt Poul de Haan, lid van de commissie Waterkwaliteit. Het hoogteverschil bij de Aalkeetbuitenpolder is in elk geval geen probleem: in Zeeland wordt nu een Smart Vislift gebouwd, die 4,5 meter hoogteverschil overbrugt.
De categorie Ongebouwd, die de agrarische sector vertegenwoordigt, had vooral bezwaren tegen het voortijdig afschrijven van “goede pompen, die nog makkelijk 40 jaar meekunnen”. Het College gaf aan nu te kiezen voor “een bedrijfszekere oplossing”, maar beloofde ook om “bij een volgend project zeker voor een innovatieve vislift te kiezen”. De fractie Water Natuurlijk wilde ook niet langer wachten en “zo spoedig mogelijk” een einde maken aan “het verhakselen van vis” door het gemaal Aalkeetbuitenpolder.
Hans Middendorp, fractievoorzitter AWP Delfland