12 jan. 2016 – Midden-Delfland ziet zichzelf graag als het Central Park van de Metropoolregio Den Haag – Rotterdam, maar de waterkwaliteit is er slecht. De AWP Delfland wil dat mestvergisting wordt onderzocht als alternatief voor het uitrijden van mest over het land, zodat de waterkwaliteit in de sloten flink verbetert.
De grootste aandacht van Delfland voor schoon water gaat uit naar de vervuiling met chemische bestrijdingsmiddelen vanuit de glastuinbouw in het Westland en vanuit erfafspoeling van boerenbedrijven in Midden-Delfland door bijv. schoonspuiten van machines. Recentelijk boekt Delfland veel voortgang in de strijd tegen illegale lozingen door het inzetten van sensoren die continu de veranderingen in temperatuur, zoutgehalte, zuurstofgehalte en pH van het slootwater meten. Bij een lozing veranderen deze parameters vrijwel onmiddelijk en kan de veroorzaker worden opgespoord.
Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving is ruim 50% van alle P en N in Nederland afkomstig van de landbouw, zoals de intensieve melkveehouderij in de Hollandse en Fries-Groningse weidegebieden. De Unie van Waterschappen heeft bevestigd dat in de jaren 2011 t/m 2013 tussen de 40% en 60% van de meetlocaties niet voldeed aan de normen voor stikstof (N) en fosfor (P). In een nat jaar zijn de resultaten slechter dan in een droog jaar, want dan is er nog meer uit- en afspoeling van meststoffen.
Door het uitrijden van de maximale wettelijk toegestane hoeveelheden mest zijn de concentraties van de nutriënten P en N in het slootwater overal in Delfland veel te hoog. Dit leidt in de zomer tot meer algen en soms zelfs algenbloei en indirect tot verdwijnen van waterplanten en ‘verbraseming’ van de visstand (meer dan 50% brasem).
Het simpele belang van alle waterschapen en dus ook van Delfland is dat er minder N en P wordt uitgereden door de boeren, dus substantieel minder dan nu wettelijk is toegestaan! Een structurele oplossing voor het N en P probleem zou omschakeling zijn naar biologische melkveehouderij, zoals bijvoorbeeld Hoeve Ackerdijk van boer Arie van den Berg. In de biologische landbouw mogen er niet meer nutriënten als mest worden uitgereden dan er door landbouwproductie weer wordt onttrokken aan de bodem. Ook weidevogels profiteren van een regime van minder drijfmest en meer ruige mest.
In de NRC van 12 januari 2016 verscheen een update over mest aan de hand van vijf kritische vragen. Ook het Financieel dagblad besteedde uitgebreid aandacht aan de vermesting van Nederland. Kern van het probleem is het ‘kwijtraken van mest’ door de boeren. Nu de melkquota zijn afgeschaft is er het fosfaatplafond voor teruggekomen en dat komt in de praktijk vrijwel op hetzelfde neer.
Volgens het NRC-artikel wordt verwerking van mest tot biogas en mestkorrels op dit moment nadrukkelijk buiten de rekenmethodiek van het fosfaatplafond gehouden. Dat is opvallend omdat verwerking van mest in mestvergisters er juist effectief aan bijdraagt dat er minder mest op het land terecht komt.
Voor vergisting van mest bestaan verschillende methoden. Waterschap Vallei en Veluwe gaat bijv. een biocentrale voor mest, maaisel en agrarische restproducten bouwen. Maar ook veel agrariërs hebben zelf al geïnvesteerd in mestvergisting. Veel mestvergistings-installaties hebben nu nog subsidie nodig om winstgevend te zijn – net als windmolens zijn mestvergisters duur in de aanschaf. Maar er zijn ook bedrijven die claimen dat het al wèl mogelijk is om mest winstgevend te verwerken tot groen gas. En de extra melkproductie omdat je geen koeien hoeft af te stoten, vertegenwoordigt ook een positieve waarde die in de business case moet worden meegewogen.
Gezien het feit dat de hoeveelheid mest die de boeren wettelijk mogen uitrijden veel hoger is dan goed is voor het milieu, biedt mestvergisting juist een kans om de belasting van weilanden en sloten met N en P substantieel te verminderen. Want als mest voor een boer meer opbrengt in de vergister dan als hij het uitrijdt over het land, zal het probleem van overbemesting gauw voorbij zijn, toch?
Tegenstanders van mestvergisting krijgen veel aandacht in de media. Deze mensen zijn vaak tegen de intensieve veehouderij en willen dat het aantal koeien, kippen en varkens in Nederland drastisch omlaag gaat. ‘En dan heb je geen mestvergisting meer nodig’, is hun redenering. Ze gaan dan wel voorbij aan de economische waarde van de intensieve veehouderij voor de BV Nederland.
De Algemene Waterschapspartij is zich bewust van de vele haken-en-ogen rondom het dossier mest en mestvergisting. Toch zien wij kansen om middels mestvergisting tot een structureel betere waterkwaliteit en daardoor veel betere waternatuur te komen in ons dichtbevolkte gebied. Met de nieuwste technieken kan menselijke mest in het rioolwater al worden omgezet in energie en kunstmest en dit moet toch ook mogelijk zijn met dierlijke mest? De AWP stelt daarom voor dat Delfland gaat onderzoeken onder welke voorwaarden mestvergisting kansrijk kan zijn in het gebied van Delfland en dan speciaal in het weidegebied van Midden-Delfland.
Hans Middendorp