In 2008 is de Waterschapswet gemoderniseerd. Hierdoor veranderde ook het belastingstelsel voor de waterschappen. Uitgangspunt bleef dat wie een groter belang heeft, ook een groter deel van de kosten betaalt én meer te zeggen krijgt in het waterschap. Nieuw is dat nu wettelijk werd voorgeschreven hoe dit belang moet worden bepaald. Dit leidde echter al snel tot protesten onder agrariërs, omdat in sommige waterschappen de tarieven voor agrariërs wel heel veel omhoog gingen. In Delfland waren de tarieven per ha grasland zelfs met stip de hoogste van heel Nederland.
De agrariërs meenden dat de wet een ‘weeffout’ bevatte, waardoor hun tarieven te hoog werden berekend. Hoewel er landelijk gezien geen weeffout was, alleen een specifiek probleem in Delfland en nog drie waterschappen, is de wet in 2012 toch aangepast. Deze reparatie heeft als gevolg dat, met ingang van 2013, alle burgers in Nederland meer zijn gaan betalen. Het COELO heeft wetenschappelijk onderbouwd dat burgers een te groot deel van de kosten van de waterschappen betalen.
Het artikel in het juristenblad ‘Fiscaal Recht’ is glashelder. Er was een ‘weeffout’ in vier waterschappen, maar na ‘herstel’ van die weeffout in alle waterschappen, betalen agrariërs nu te weinig in (23 – 4) = 19 waterschappen! Erger nog, deze tariefsvermindering komt via de publieke sector direct uit de Algemene Middelen en zo betaalt de burger alsnog, landelijk gemiddeld 3.8% bovenop de waterschapslasten voor burgers.
In dezelfde wet als waarin de ‘weeffout’ zat, is ook de mogelijkheid geschapen om de glastuinbouw een toeslag te laten betalen op hun waterschaplasten van max. 100%. De AWP vraagt: waarom is deze optie niet meegenomen om de tarieven van de Boeren te verlagen? Waarom is de glastuinbouw in Delfland niet solidair met de agrariërs? Nu zijn de burgers verplicht solidair met de boeren, maar de glastuinbouwers zijn hun directe collega’s! En het areaal glastuinbouw in Delfland is vrijwel even groot als het areaal grasland.
Een minstens zo groot effect op de lastentoedeling aan burgers is de vrijheid om per waterschap een opslag van 10% van de kostentoedeling toe te staan. In Delfland ligt de toedeling op basis van bevolkingsdichtheid wettelijk in de range 41-50%. Daarnaast heeft de vv in 2008 besloten om een opslag op te leggen van 10% van de totale kosten. Dat is in 2008 ook gebeurd, toen heeft de vv de kostentoedeling aan de belastingcategorie Ingezetenen (burgers) op 60% gesteld. Recentelijk in 2013 heeft de Verenigde Vergadering van Delfland, op voorstel van het College, de kostentoedeling aan burgers verlaagd naar 57,5% (mede onder druk van de AWP) – maar dat weegt niet eens op tegen de indirecte verhoging aan burgers vanwege de verlaagde Boerentarieven!
Bovendien: wettelijk moet de overschrijding van het maximum van de range van 41-50% worden gemotiveerd. Waarschijnlijk is die motivering geweest op basis van de extra watervervuiling van wegen, maar daarover is de vv niet geïnformeerd, en, voor zover ik weet, zijn er ook geen extra maatregelen voorgesteld om deze vervuiling met dit extra geld aan te pakken. En, voor iedereen die met deze materie te maken heeft gehad, is het duidelijk dat het hier om een boekhoudkundige oplossing gaat voor de hoge tarieven voor de boeren.
Het zou de ingezetenen pas echt helpen als de kostentoedeling wordt verschoven naar de onderkant van de range, dus naar 41%, maar dat is politiek niet realistisch. Wel wil de de AWP zich hard maken voor een forse verlaging van de kostentoedeling aan de burgers. Dus terug naar 50%, dat is een redelijk compromis voor alle belastingcategorieën.
De AWP-Delfland zegt daarom: ‘Weg met de Opslag van 10 procent, dat is in het belang van onze kiezers! Een lastenverlichting voor iedereen, direct merkbaar in de portemonnee. Eerlijk en transparant.