– 21 november 2022 – Hoewel krapte op de arbeidsmarkt en kostenontwikkelingen als redenen worden opgevoerd, vindt AWP dat het dagelijks bestuur van waterschap Vallei en Veluwe zich te veel laat sturen door de korte termijn. Eén ding weten we zeker: het klimaat verandert snel. Voor de realisatie van klimaatmaatregelen in waterbeheer is veel tijd nodig. Waterdeskundigen moeten daarom voor het te laat is met slimme, deskundige oplossingen aan de slag om projecten op tijd voor elkaar te hebben.
In de begroting 2023 parkeerde het dagelijks bestuur vanwege personeelsperikelen bovendien nieuwe ‘energie uit water’ kansen die bij kunnen dragen aan de energietransitie.
AWP vindt dat het dagelijks bestuur er harder aan moet trekken. Onder de afbeelding is de tekst te vinden die Ron van Megen namens AWP Vallei en Veluwe voorbereidde voor de vergadering van het algemeen bestuur op 21 november 2022. De pdf van het door AWP als hoofdindiener ingebrachte amendement is ook via de link aan het eind van het artikel te vinden.
Om te beginnen wil ik graag kort een citaat voorlezen van iemand die thuis is in de waterwereld. Het citaat is een reactie op berichtgeving van de Unie, getiteld: “Waterschapsbelasting flink omhoog, gestegen energiekosten belangrijke reden”.
Zij vraagt: “Waarom worden de gestegen energiekosten aangevoerd als argument om de lasten voor burgers te verzwaren? In het artikel lees ik: “Een aantal waterschappen profiteert nog van een doorlopend contract met lage vaste prijzen voor energie”, dus deze waterschappen hebben helemaal niet te maken met gestegen energiekosten. Daarnaast lees ik in de Klimaatmonitor dat de waterschappen in 2021 voor zo’n 66% zelfvoorzienend waren voor hun energiebehoefte door middel van bijvoorbeeld biogas, zonneweides en windturbines. Bovendien staat in datzelfde rapport dat “de waterschappen op sectorniveau meer aardgas/groen gas produceren en doorleveren aan derden of aan het net, dan hetgeen ze inkopen.” Zo’n juichverhaal in de Klimaatmonitor staat naar mijn gevoel haaks op deze boodschap over lastenverzwaring.” Zover het citaat.
Van meerdere kanten kreeg ik de complimenten voor de infographic van de beleidsbegroting 2023. Die breng ik graag over. Wel viel deze zinsnede in het persbericht van ons eigen waterschap in het verlengde van voorgaande minder positief op:
“Veel Nederlanders voelen de effecten van de crisissen in hun portemonnee. De prijzen voor levensonderhoud en energie stijgen hard. Ook het waterschap heeft te maken met hogere prijzen voor energie en materialen. Daarom stijgen de tarieven voor de waterschapsbelasting in 2023.” Zo staat in het persbericht van ons waterschap van 3 november j.l..
De tekst van ons persbericht valt overeenkomstig niet te rijmen met wat staat op de website van ons eigen waterschap: “We zetten in op hergebruik van grondstoffen uit rioolwater en op productie van energie uit zon, wind en water. Sinds 2020 zijn we volledig energieneutraal en onze ambitie is om in 2050 volledig circulair en klimaatpositief te zijn. We zetten we ons in voor klimaatadaptatie. Zo dragen we bij aan een gezonde leefomgeving die bestand is tegen klimaatverandering.”
Volledig energieneutraal sinds 2020?
Waarom worden energiekosten dan als argument opgevoerd? Bij de verplichtingen aan, zeg kosten van derden, begrijpen we dat. Maar dat is relatief een klein stukje van onze begroting. Het argument is alleen te verklaren als we energie goedkoop weg geven en duur inkopen.
Is dit een kwestie van koopmanschap of gaat er iets mis in de communicatie? Voor ons waterschap zal D&H toch met betere uitleg moeten komen.
AWP valt niet alleen hier over, maar ook op de zinsnede in de beleidsbegroting “dat de inzet van het waterschap op het gebied van zon, wind en aquathermie zich concentreert op en beperkt blijft tot dat waar het waterschap al bij betrokken is.”
We laten hier een bron van inkomsten liggen. Inkomsten waarmee waterschapslasten kunnen worden verlaagd. Uit investeringen die zichzelf terugverdienen. Het gaat in dit bestek te ver, maar als u succesvolle voorbeelden zoekt, kan AWP helpen.
En las ik net niet voor van onze eigen waterschapswebsite “We zetten ons in voor klimaatadaptatie. Zo dragen we bij aan een gezonde leefomgeving die bestand is tegen klimaatverandering.”?
Gisteren hebben de deelnemers aan de VN-klimaattop in het Egyptische Sharm-el-Sheikh een slotakkoord bereikt. Daar valt van alles over te zeggen. Laten we het beperken tot de conclusie dat, om met Rob Jetten te spreken, er nog maar een paar jaar zijn om de gevolgen van de klimaatverandering enigszins te beperken.
Als waterschap kunnen we iets betekenen. Niets doen is geen optie.
AWP doet daarom de oproep:
Dat daar waar zich kansen of initiatieven op het gebied van energietransitie voordoen het waterschap zich actief meldt, desgevraagd niet op voorhand afwijzend reageert, met open vizier en houding mogelijkheden verkent, initieert, samenwerkt en mee investeert in relevante koolstofarme energieproductieprojecten.
En dit concreet maakt met een op te stellen aanbiedingsdocument ‘Energie uit water’, waarin de intentie van het waterschap vanuit maatschappelijk perspectief voor afnemers van energie (dit is inclusief warmte) aan de hand van kansen wordt geïllustreerd.
Hoewel voor de haalbaarheid in dit algemeen bestuur minder verstrekkend als voorgaande, spreekt het voor zich dat AWP samen met CDA, PvdA, 50PLUS en Water Natuurlijk, dus breed gedragen, het Amendement: ‘Energietransitie: blijf breed bezig’ aan het algemeen bestuur aanbiedt.
Er was vooraf terecht de opmerking bij dit amendement dat er randvoorwaarden moeten worden gesteld. Dat spreekt voor zich. Zoals altijd zal er een degelijke business case moeten zijn voordat we ergens in stappen. Een enkeling vond het vaag. Ook dat is terecht opgemerkt. Vooraf moet je zoiets niet teveel inkaderen. Anders slaat het dood.
En dan was er de vraag waar in de begroting bezuinigd moet worden om dit mogelijk te maken. Het antwoord is: nergens. Goede energieprojecten verdienen zichzelf terug. En zijn maatschappelijk van betekenis.
Nu we het over uitgaven en inkomsten hebben, bij de technische vragen n.a.v. de begroting vroeg AWP voor de jaren 2017 – 2021 een overzicht van de ontwikkeling in de procentuele aandelen van de verschillende deelcategorieën in de watersysteemheffing.
Tot onze verbazing staat in het antwoord op die technische vraag dat in de administratie geen uitsplitsing gemaakt is naar woningen en bedrijven en geen uitsplitsing naar landbouw en overig.
Dit is toch belangrijke managementinformatie? De problematiek van het ontbreken van tariefdifferentiatie woningen en bedrijfspanden speelt al jaren. Is zelfs onderwerp van wijziging van belastingwetgeving.
Hoe kan het dat binnen ons waterschap hier geen zicht op is? Is het omdat het aandeel bedrijfsgebouwd maar een paar procent is van de watersysteemheffing na verrekening van perceptiekosten? Of zit er een meer politieke overweging achter? De burger betaalt steeds meer, zo’n 85% om precies te zijn. Bedrijfsgebouwd 7%. Landbouw 6,5%.
Motie: ‘Meedoen wordt makkelijker’: Bijdragen aan waterbewustzijn is altijd goed, AWP tekent de motie mee, maar we hebben in het algemeen wel moeite met de liberale neiging om steeds meer bij de burger neer te leggen. Dit gaat doorgaans ten koste van de zwakkeren, die minder goed voor zichzelf kunnen opkomen en minder goed in staat zijn dit soort initiatieven op te tuigen.
Motie: ‘Gewikt en gewogen’: eens met temperen van deze actie; AWP tekent de motie mee. Ons beeld is dat de insteek voor assessment sterk theoretisch is opgezet met vooralsnog weinig duidelijke voordelen. Dat er zorgvuldig moet worden gepland bij onderhoud en vervanging is evident; maar of de huidige aanpak dat ook oplevert, is voor AWP de vraag. Een goed inzicht hebben we niet. Dus beter inzicht wat assetmanagement tot nu toe heeft opgeleverd, waar Vallei en Veluwe nu staat, en wat het gaat opleveren, is gewenst. Zeker als daarmee beter onderbouwd kan worden hoe investeringen geprioriteerd worden.
Amendement: ‘meer ruimte voor klimaat adaptieve maatregelen in stedelijk gebied“. Uiteraard kan AWP zich vinden in de oproep om meer te doen aan klimaat adaptieve maatregelen. Zomaar korten op beheer en onderhoud is gevaarlijk. De rekening komt vroeger of later dubbel terug. Bovendien hoort het primaat van afkoppelen bij de gemeenten te liggen. De gemeente is immers eigenaar en beheerder van het rioolnet en weet wat de consequenties van ingrepen is. Sowieso is het budget van het waterschap voor beheer en onderhoud niet overdreven hoog en dit initiatief gaat de kosten niet verlagen. Bovendien wordt het betreffende budget nu gebruikt voor slechts een beperkt aantal gemeenten.
De Motie: ‘Vol blijven inzetten op systeemherstel’ tekent AWP mee vanuit het aspect Kactus, kortom klimaatadaptatie. Daar valt inhoudelijk weinig aan toe te voegen gezien mijn eerdere betoog.
Als het om 2000 uur gaat, hebben we het overigens slechts over een bedrag van orde grootte twee ton. De financiële oplossing is naar de mening van AWP niet om het per se te vinden door een bezuiniging in de begroting, maar met eerlijke kostendekkende tarieven ….
AWP heeft al vaker aangevoerd dat we op de kosten moeten letten, maar als kosten gemaakt moeten worden, moeten deze ook doorberekend worden. Inkomenspolitiek en armoedebeleid is niet iets voor de functionele democratie. Dat hoort bij het Rijk en bij de gemeente, principieel niet bij het waterschap.
Dat het gemaal aan de Bandijk in Terwolde in de begroting naar voren is gehaald steunt AWP. Het gemaal is bij toenemende regenval en langere perioden van droogte niet meer in staat voldoende water af te voeren of in te laten. Hier hebben we als waterschap te voldoen aan een kerntaak. Fijn dat het in een aanvullende memo goed is uitgelegd aan het algemeen bestuur.
In de begroting staan zandfilters gepland voor de rwzí’s Soest, Apeldoorn, Elburg, Amersfoort en Harderwijk. Deze zandfilters zullen vooral de KRW-doelen dichterbij brengen door met name extra fosfaat te verwijderen. Zandfilters zijn minder effectief als het gaat om het verwijderen van microverontreinigingen, waaronder medicijnresten en hormoonverstorende stoffen.
In de commissie maakten we ons hier zorgen over. Fijn dat het onderwerp afgelopen week terug kwam in de beeldvormende vergadering. We staan immers voor een reeks van opeenvolgende richtlijnen met verschillende verwijderingsverplichtingen. AWP kan zich vinden in de uitleg in de beeldvormende bijeenkomst dat deze integraal meegenomen wordt in de procestechnische ontwerpen en er besef is dat een zandfilter an sich geen totaal oplossing is voor de opgaven waarvoor we voor de kwaliteit van onze leefomgeving gesteld staan.
U begrijpt dat AWP zonder aanpassingen niet kan instemmen met de beleidsbegroting 2023 van D&H. Dit zal niet verbazen. AWP was al niet te spreken over de Voorjaarsbrief.
Uiteindelijk is het amendement Energietransitie – waarvan AWP de hoofdindiener was – met 24 stemmen voor en 1 stem tegen aangenomen. Het dagelijks bestuur omarmde het amendement. Alleen Lokaal Waterbeheer stemde tegen. Aangezien ook voor andere noodzakelijke aanpassingen van de beleidsbegroting op basis van amendementen positief is besloten, kon AWP uiteindelijk wel instemmen met de beleidsbegroting 2023.