Na 21 jaren in het Waterschapsbestuur van aanvankelijk Waterschap Veluwe en later Waterschap Vallei en Veluwe, staat de Apeldoornse Edith van der Meulen (68 jaar) voor de aankomende verkiezingen op de laatste plaats van de AWP kieslijst. Een positie die niets te maken heeft met de kwaliteiten van Edith, maar juist als een eerbetoon aan haar jarenlange inzet moet worden gezien. Voor de aankomende verkiezingen krijgt een nieuwe generatie de kans in het waterschapsbestuur. Maar toch, 21 jaren in het waterschap… dat is iets om bij stil te staan. Reden om Edith op te bellen voor een interview. Het is 09:30 op een zaterdagmorgen in februari wanneer Edith terugbelt, net terug van de Apeldoornse markt.
“Wilde je graag stoppen bij het waterschap? Of kon je er nog wel even mee doorgaan?”
Het was niet mijn persoonlijke keuze om te stoppen, ik wilde nog wel doorgaan. Ik heb er veel plezier in en het verveelt me nog altijd niet. Maar ik begrijp ook de keuze van de AWP. Ik kan niet altijd blijven doorgaan en nieuwe mensen moeten de kans krijgen. Bovendien zie ik veel bekwame mensen op de AWP kieslijst staan. Ook kan ik nog van waarde zijn voor de AWP en ben ik altijd bereid om mijn ervaring te delen als hier behoefte aan is.
“Waarom ben je ooit waterschapper geworden? Wat is jouw band met water?”
Ik heb mezelf altijd aangetrokken gevoeld tot het water. Ik trek altijd naar het water toe, op vakantie bijvoorbeeld, dan kun je mij aan het water vinden! Het werk bij het waterschap heeft mijn interesse alleen maar versterkt.”
“Had je kennis van water toen je bij het waterschap kwam?”
Nee, in het begin wist ik er helemaal niet zoveel van af hoor! Maar in de praktijk leer je het wel. In het waterschap heerst bovendien een plezierige sfeer waar je elkaar helpt.
“Vind jij het belangrijk dat nieuwe bestuurders veel kennis hebben van water?”
Nou, vroeger was het waterschapswerk wel eenvoudiger. De taken en het beheersgebied van het waterschap zijn uitgebreid en het waterschap is professioneler geworden. Daarnaast heb je ook mensen nodig die goed kunnen communiceren of kennis hebben van financiën. De techniek is niet altijd het probleem, maar juist de dingen eromheen!
“Voordat de AWP werd opgericht in 2008, kwam je in het waterschap op persoonlijke titel. Hoe ging dat?”
Waterschap Veluwe was toen verdeeld in vijf kiesdistricten en per district verschillende categorieën. Je kon je slechts in één district en voor één categorie kandidaat stellen. En per kiesdistrict/categorie kwamen 1, 2 of 3 mensen in het bestuur. De verkiezing bestond dan ook uit een aantal aparte verkiezinkjes. Ik had een aardig netwerk binnen Apeldoorn en ik werd eigenlijk benaderd door kennissen. Ik had dat jaar een door de gemeente Apeldoorn uitgeschreven waterprijsvraag gewonnen. De Apeldoornse vrouwenraad vroeg mij toen voor het waterschap omdat er zo weinig vrouwen in het waterschapsbestuur zaten (en nog altijd zitten). Toen ben ik me er in gaan verdiepen en heb ik het geprobeerd. De opkomst was toen maar 10% (binnen mijn categorie: de ingezetenen) dus je had minder stemmen nodig om in het waterschap te komen. Maar er was wel de nodige concurrentie.
“Waarom ben je aangesloten bij de AWP?”
Toen het lijstenstelsel kwam, dacht ik aanvankelijk dat ik zou moeten stoppen met het waterschapsbestuur want ik wilde me niet aansluiten bij een politieke partij. Ik heb niets met politieke spelletjes. Er waren echter meer mensen met het hetzelfde gevoel als ik. Daarom is de AWP ook opgericht, als een echte waterschapspartij.
“Heeft de partijpolitiek het waterschap veel veranderd?”
Ja, er is wel het nodige veranderd, maar gelukkig is ook veel bij het oude gebleven. Er is een specifieke cultuur in het waterschap die apolitiek is. Soms merk je dat jonge, onervaren waterschappers er een politiek steekspel van proberen te maken, maar dat wordt snel in de kiem gesmoord. Als anekdote kan ik vertellen dat we eens een vergaderdeskundige op bezoek kregen voor een paar maanden. Aanvankelijk was deze deskundige erg negatief over onze vergaderingen. Hij zei: “Waar is het vuur, waarom vallen jullie elkaar niet aan? Er is geen spektakel!” Maar nadat hij een paar vergaderingen had bijgewoond, zei hij: ”Jullie vergaderen juist volgens het boekje. Met veel respect voor elkaar, jullie laten elkaar uitpraten, jullie doen het echt samen.” Dat maakt het waterschap erg bijzonder.
“Wat vond je de leukste onderwerpen?”
Juist niet de technische onderwerpen zoals waterzuiveringen en dijkversterkingen, maar de onderwerpen waarbij de lokale bewoners betrokken worden. Bijvoorbeeld bij beekherstelprojecten waar we de lokale bewoners actief hebben laten meedenken over het herstel van ‘hun’ beek. Dan merk je dat er enorm veel kennis is bij de mensen die dagelijks langs de beek lopen. Je moet hen er van tevoren bij betrekken. Daar wordt je ontwerp veel beter van. Uiteindelijk merk je dan ook dat de mensen zich betrokken voelen bij het project en dat ze ons bellen wanneer er iets mis is en dat ze elkaar aanspreken op ongewenst gedrag. Je moet als waterschapper naar buiten toe. Je moet het zien, je moet de mensen spreken. Dan kun je iets moois neerzetten.
“Wat vond je moeilijk aan het waterschapswerk?”
Je moet soms een heel lange adem hebben en blijven hameren. Zo speelde er voor 2008 het Ruimte voor de Rivier-project. De afvoercapaciteit van de IJssel moest worden vergroot. Een probleem was echter dat er bossen waren ontstaan in de uiterwaarden. Deze bossen verminderen de doorstroming en daarmee de afvoercapaciteit. De bossen hadden echter een Natura 2000 status gekregen omdat ze zo mooi werden gevonden en ze werden dus beschermd. Ik vond echter veiligheid in deze situatie belangrijker dan natuur. Daar was Rijkswaterstaat het mee eens, maar die moesten nu eenmaal aan de Natura 2000 wetgeving voldoen. Je moet dan echt blijven hameren om toch iets te veranderen.
Een andere situatie was een motie die de AWP in 2011 had ingediend om de bijdrage aan het hoogwaterbeschermingsprogramma direct te betalen en deze kosten niet door te schuiven. Aanvankelijk werd de motie weggehoond, maar later is de essentie van de motie toch in het beleid doorgesijpeld. Je moet je dus niet uit het veld laten slaan.
“Wat vond je een persoonlijk hoogtepunt?”
Nogmaals, de projecten waar ik buiten ben geweest en met de mensen heb gesproken. Dat waren hoogtepunten. En het bezoek van Koning Willem-Alexander (destijds nog Prins) om de Nereda rioolwaterzuivering in Epe te openen. Dat blijf ik bijzonder vinden.
“Ben je positief over de toekomst?”
Ja, het waterschap is zeker op de goede weg. Voor mij is de nieuwe omgevingswet wel een spannende ontwikkeling. Zowel op landelijk, provinciaal als gemeentelijk niveau worden nu omgevingsvisies opgesteld. Maar je moet de waterschappen niet buitenspel zetten hierin. Waterschap Vallei en Veluwe presenteert nu op eigen initiatief een Blauwe Omgevingsvisie. Je moet geen situatie krijgen waarin gemeentes allerlei waterplannen maken zonder het waterschap hierbij te betrekken. Waterschappen moeten nu zelf hierover nadenken en een plekje aan tafel afdingen.