– 16 augustus 2022 – Voor het zoveelste jaar op rij hebben we te maken met een gortdroge zomer. Dit soort zomers kunnen we in de toekomst meer verwachten. Niet elk jaar, maar wel vaker. In de media verschijnen tips om het toilet met regenwater door te spoelen. Dat spaart drinkwater en lijkt een goed idee bij droogtebestrijding. Zet het zoden aan de dijk? Wat is er werkelijk aan de hand? Wat is wel de oplossing? Een lang verhaal.
Volgens het CBS en de VEWIN (de branche vereniging van waterbedrijven) gebruiken we gemiddeld 134 liter drinkwater per dag per persoon. Eigenlijk was deze hoeveelheid dalende. Door de droge zomers (tuin sproeien) en Corona (thuiswerken) is het gebruik wat gestegen. Gemiddeld steeg het met ongeveer 10%.
Van die 134 liter gebruiken we 29% voor het doorspoelen van het toilet en 41% onder de douche. Dit komt per persoon neer op een dagelijkse 39 liter voor het toilet, dat zijn vier volle emmers. En 55 liter om te douchen, gemiddeld vijf en halve emmers per dag.
Een beetje regenton bevat 500 liter water. Een eenpersoonshuishouden is voor toiletspoeling binnen 2 weken door de regenwatervoorraad in die ton heen. Een driepersoonshuishouden redt het 4 dagen uit de regenton. Daarna is de ton leeg en begint het wachten op regen voor aanvulling van de ton.
Bij het dakoppervlak van een doorsneewoning is je regenton na 10 mm regen weer vol. Met gemiddeld over het land 23 mm regen was juli 2022 een zeer droge maand, normaal valt er 78 mm. Daarentegen was juni 2022 met 94 mm regen een natte maand tegen 66 mm normaal. De landelijke verschillen waren wel heel groot. De conclusie is desalniettemin dat je met regenwater een heel eind komt voor toiletspoeling. Je kunt er alleen niet op rekenen.
Als back-up zou je drinkwater kunnen gebruiken in langere perioden zonder regen. Watersparen door regenwater in natte tijden op te slaan – te bufferen – in een grotere tank is een nog beter idee.
Natuurlijk is het flauw om te beweren dat we niet snel zullen zien dat bewoners met een emmertje van de regenton naar het toilet lopen. Hier kun je een technische voorziening voor treffen. Hoeveel beleidsbepalers die prediken dat het een goed idee is om regenwater voor toiletspoeling te gebruiken, zouden zoiets zelf al hebben aangelegd? En hebben die beleidsbepalers al nagedacht over de kwaliteit van regenwater en de risico’s voor de volksgezondheid? Water in een regenton warmt zomers op en bevat door het afspoelen van daken en goten allerlei ongerechtigheden, inclusief ziektekiemen door deposities van vogels en andere (na)groei in de ton. Daarom is een regenton zonder aanvullende technische voorzieningen niet zo’n goed idee als het lijkt. Wat dan wel?
De technische oplossing bestaat simpelweg uit een opvangtank van 3 tot 4 m3 in bijvoorbeeld de kruipruimte van een huis. Een pompje met hiervoor speciaal aangelegd leidingwerk vult van daaruit de stortbakken van je toiletten. De benodigde elektriciteit komt vanzelfsprekend van je zonnepanelen. En zorg voor een voorziening om het water fris te houden en wat onderhoud. Anders gaat het stinken.
Inclusief alle belastingen kost drinkwater gemiddeld € 1,85 per m3. 1000 liter. Kostendekkend! Een driepersoonshuishouden bespaart 117 liter water per dag met regenwater als toiletspoeling. Dit komt neer op 22 cent per dag. Op jaarbasis bespaart dit huishouden € 79. Zoiets neem je dus voor de verduurzaming van je woning, niet vanwege de terugverdientijd van je toiletwaterinstallatie.
Het lijkt realistischer als we het toilet met douchewater gaan doorspoelen. We gebruiken gemiddeld immers 55 liter water per persoon per dag om te douchen. Zelfs als we korter gaan douchen blijft deze waterbalans altijd voldoende positief voor de 39 liter per dag toiletspoeling. Voor douchewater zijn min of meer dezelfde voorzieningen nodig als bij het gebruik van regenwater voor toiletspoeling. De opvangtank kan wel een stuk kleiner zijn. Als douchewater te lang stilstaat, gaat het enorm stinken. Hou hier rekening mee!
In Nederland leveren de waterbedrijven 1,2 miljard m3 drinkwater per jaar. Twee derde gaat naar de huishoudens. Een derde naar industrie en landbouw. Als we alle toiletspoelingen in Nederland uitsparen, besparen we bij hergebruik van douchewater voor toiletspoeling met z’n allen 232 miljoen m3 per jaar. Ook zijn er tegenwoordig oplossingen voor watervrije toiletten.
232 miljoen m3 drinkwaterbesparing is veel. Twee derde van ons drinkwater is afkomstig uit grondwater. De rest komt uit de grote rivieren, het IJsselmeer, en wat andere oppervlaktewaterbronnen. De grote rivieren kennen hun eigen problematiek, maar de hoeveelheid die voor drinkwaterproductie nodig is, is verwaarloosbaar klein.
De twee derde (155 miljoen m3) die we op jaarbasis met alternatieve toiletspoeling in potentie maximaal kunnen besparen op de grondwateronttrekking is een interessant volume. Deze hoeveelheid is equivalent aan 15 grote grondwaterpompstations voor drinkwaterproductie. In totaal hebben we 216 grondwaterpompstations in Nederland.
De drinkwaterproductielocaties uit grondwater zijn niet allemaal gekoppeld. Grondwaterwinningen die tegen de maximale onttrekkingsvergunningscapaciteit zitten, profiteren daarom maar heel beperkt van zo’n besparing op toiletspoeling. Tegen de verdroging van de natuur en landbouwgronden nabij grondwaterpompstations is het meestal niet meer dan de spreekwoordelijke druppel op de gloeiende plaat.
Bij pompstations die water op grotere diepte winnen, speelt het al helemaal geen rol. In de diepere grondwaterlagen is sprake van een natuurlijk vorm van watersparen. Regenwater sijpelt heel langzaam door naar de diepe waterlagen. Het doet er jaren tot honderden jaren over. Een droge periode is daardoor niet of nauwelijks van invloed op deze waterbalans. Over de jaren middelt het meer en minder aan neerslag uit.
De crux zit in de nalatigheid van waterbedrijven. Voor grondwaterpompstations die aanlopen tegen de grens van de onttrekkingsvergunning en / of nabije natuur- en landbouwverdroging kennen, hadden alternatieven ontwikkeld moeten worden. Hadden? De problematiek is niet bepaald nieuw. De oplossingen zijn vaak al bekend. Er is alleen niets mee gedaan. Zoek maar eens in de bureauladen.
Voor de waterbedrijven is een goede positie in de benchmark van belang. Bovendien speelt de drang van de fusiebedrijven om synergiewinst te tonen. Bij gevolg is de verleiding om te bezuinigen op structurele oplossingen en lange termijn investeringen groot. Met alle gevolgen van dien.
Is het daarom dat beleidsbepalers nu het begrip luxetaks op drinkwater introduceren? Is het niet gewoon een verfraaide verpakking van de inhaalslag van uitgestelde investeringen in de drinkwaterinfrastructuur? En voor waterbeheerders die in het kader van deze verpakking zeggen te willen onderzoeken of hogere drinkwaterprijzen effect hebben alvast de voorspelling dat anders dan voor het bedrijfsleven de prijselasticiteit voor huishoudens nul zal blijken. Geen effect op het particulier drinkwatergebruik. Waterbeheerders doen er beter aan te onderzoeken hoe ze de watertransitie kunnen versnellen.
Samengevat, alternatieve toiletspoeling en korter douchen door huishoudens bieden een heel beperkte oplossing en bovendien een zeer lokale oplossing tegen droogte. Voor een robuuste drinkwatervoorziening is investeren dé oplossing.
Uiteraard is waterbesparen niet zinloos. Verwacht er alleen geen wonderen van. Als je bespaart op douchen bespaar je ook op aardgas. Een driepersoonshuishouden verbruikt al gauw 10 m3 gas per maand. Als je het douchen halveert, komt dit op jaarbasis voor dit huishouden uit op 1,5% besparing op de gasrekening. Veruit het meeste gas gebruiken we immers niet voor douchen en koken maar voor verwarming. De thermostaat op 18°C zetten helpt veel en veel meer.
Als we ons bovendien realiseren dat in Nederland de helft van het aardgas wordt gebruikt door de industrie en voor de elektriciteitsproductie zal Poetin niet wakker liggen van de aardgas besparing door korter douchen. In onze portemonnee maakt het uiteraard wel iets uit.
Er is maar één echte oplossing voor steeds drogere zomers. In de wintermaanden valt genoeg regen. Als we die regen minder snel afvoeren, zit ’s zomers meer water in de bodem. Met een waterhuishoudboekje weet je hoeveel water en ruimte nodig is om in maart en april genoeg vast te houden en op te slaan (te bufferen). Het gaat om gigantische volumes water. Verspreid over het land. Niet tot ieders genoegen zullen terreinen lang(er) nat blijven. Ruimte is schaars in Nederland. Bovendien kennen we veel tegengestelde belangen. Maar ja, op termijn is niets doen geen optie.
De Nederlandse waterschappen zijn gebied dekkend actief in waterbeheer. Samen met Rijkswaterstaat kunnen ze als enige van serieuze betekenis zijn voor structurele droogtebestrijding en bij wateroverlast. De waterschappen zijn aan zet!
De oplossingen zijn alleen niet overal hetzelfde. Zo heeft Waterschap Vallei en Veluwe een uitgelezen mogelijkheid tot ondergrondse berging van miljarden liters water in de grote Veluwse grondwaterlichamen. Dat geeft gelijk extra voeding aan afstromende beken en sprengen.